Hafele miniCool DS 200 Operating Instructions Manual - 5. Ingebruikname Van De
Afbeelding 5.
Zorg dat u tijdens de installatie altijd bij het
snoer kunt.
5. Ingebruikname van de
koelkast
Steek de stekker in het stopcontact en/of schakel
het stopcontact in (indien nodig). Afhankelijk van de
omgevingstemperatuur zullen de koelribben na
ongeveer één à twee uur koud te worden.
5.1.Eerste inbedrijfstelling
Sluit de koelkast aan op een geaard stopcontact.
De miniCool start automatisch met een zelftest.
Het LED lampje knippert meerdere malen en blijft
daarna constant branden als de deur open staat.
Na enkele uren bereikt de miniCool de juiste
koeltemperatuur.
5.2. Temperatuurinstelling
De normale positie is de middelste stand van de
thermostaatregelaar (afbeeld. 6). Afhankelijk van
inhoud en plaats kan echter een andere stand nodig
zijn. U draait de thermostaatknop in de richting van
het groter wordende symbool: meer koeling.
Draaien in de richting van het kleiner wordende
symbool betekent minder koeling. Controleer of de
temperatuur juist is, maar pas enige tijd nadat u de
stand hebt gewijzigd.
Afbeelding 6.
6.Nuttige tips
Zet de koelkast niet te vol. Zorg voor ruimte tussen
drank en etenswaren, zodat de koele lucht
gelijkmatig en betrouwbaar kan circuleren.
Overvolle plankjes leiden tot ongewenst hoge
temperatuurverschillen in de koelkast.
miniCool
Minimaal 60 mm
miniCool
C
D
V
e
n
ti
la
ti
e
ro
o
s
te
r
L
u
c
h
t
u
it
L
u
c
h
t
u
it
Lucht in
Lucht in
39
NL
Afbeelding 3.
4.1.2. Vrijstaand model
Deze modellen zijn ontworpen voor vrijstaand gebruik;
de warme delen van het koelaggregaat worden door
een kap afgeschermd. Het vloerframe met
ventilatierooster zorgt voor voldoende ventilatie.
BELANGRIJK
Neem de volgende voorschriften zorgvuldig in
acht. Garantie geldt alleen voor apparaten die
volgens deze voorschriften zijn geïnstalleerd.
1. De koelkast moet waterpas staan.
2. Minimale afstand tot de muren bedraagt 20mm.
3. Ventilatie moet conform de opties A, B, C of D
worden gegarandeerd (afbeeld. 4-5)
4. De gehele koelunit moet worden geventileerd
5. De circulerende lucht mag niet door een ander
apparaat in de omgeving worden opgewarmd.
6. Ventilatieroosters voor dit apparaat moeten een
minimale opening van 200 cm
2
vrije
luchtdoorlaat hebben
Afbeelding 4.
miniCool
Lucht in
Lucht uit
V
e
n
ti
la
ti
e
ro
o
s
te
r
miniCool
A
B
Lucht uit
Lucht in