Magnavox LX710 User Manual - page 15
88
8239 300 30602
Nederlands
BELANGRIJK!
Voor een goede surround-
geluidsweergave, moeten de luidsprekers
en de subwoofer aangesloten zijn (zie
pagina 79).
Kiezen van surround-geluid
Bij DISC COAX of DISC OPTI
●
Als een Dolby Digital EX- en Dolby Digital 5,1-
audiosignaal ontvangen wordt, druk dan op de
toets
SURROUND
om te kiezen uit de
volgende mogelijkheden:
DOLBY EX
™
DOLBY D (Digital)
™
STEREO
™
VSS (Virtual Surround Sound)
●
Als een Dolby Digital 2,0 en PCM-audiosignaal
ontvangen wordt, druk dan op de toets
SURROUND
om te kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
DOLBY PLII MOVIE
™
DOLBY PLII
MUSIC
™
DOLBY PL (ProLogic)
™
STEREO
™
VSS (Virtual Surround Sound)
●
Als een DTS-audiosignaal ontvangen wordt,
druk dan op de toets
SURROUND
om te
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
DTS
(Digital Theatre-systeem)
™
STEREO
™
VSS (Virtual Surround Sound)
Bij TV, TUNER of AUX
●
Druk op de toets
SURROUND
om te kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
DOLBY PLII MOVIE
™
DOLBY PLII
MUSIC
™
DOLBY PL (ProLogic)
™
STEREO
™
VSS (Virtual Surround Sound)
Handige tips:
– De beschikbare surround-effecten zijn: Dolby
Digital EX, Dolby Digital, DTS (Digital Theatre
Systems) Surround, Dolby Pro Logic II en Dolby Pro
Logic.
– Bij VSS (Virtual Surround Sound) wordt het
surround-kanaal via twee voorluidsprekers
weergegeven.
– MOVIE en MUSIC zijn Dolby Pro Logic II-
surround-geluidseffecten.
– De surround-functie is niet beschikbaar bij DISC
7CH .
– De midden- en achter-luidsprekers werken
enkel als het dvd-home cinema-systeem op
Meerkanaals ingesteld staat.
– De beschikbaarheid van de verschillende
surround sound-instellingen hangt af van het
aantal luidsprekers dat gebruikt wordt en van de
geluidsinformatie die beschikbaar is op de disk.
Kiezen van de digitale
geluidseffecten
Kies een voorgeprogrammeerd digitaal
geluidseffect dat past bij de inhoud van uw disk
of waarmee het geluid van de muziekstijl die
aan het spelen is het best tot zijn recht komt.
●
Druk op
SOUND
op de afstandsbediening
om een beschikbaar klankeffect te kiezen.
Bij de surround-instelling Dolby Digital EX,
Dolby Digital, DTS, PRO LOGIC of
PROLOGIC II (MOVIE), dan kunt u kiezen uit:
ACTION of SCI-FI.
Bij de surround-instelling VSS, PRO LOGIC II
(MUSIC) of als de tuner gekozen is, dan kunt u
kiezen uit: JAZZ, ROCK, DIGITAL of CLASSIC.
Handige tip:
– Voor een vlakke geluidsweergave kiest u
CONCERT of CLASSIC.
Instellen van de lage of hoge
tonen
Met de functie BASS (lage tonen) en TREBLE
(hoge tonen) kunt u de sound processor-
instellingen definiëren.
1
Druk op
BASS
of
TREBLE
.
2
Gebruik, binnen twee seconden, de knop
VOLUME
om het lagetonen- of het
hogetonenniveau in te stellen (-10dB ~ 10dB,
standaardinstelling – 0 dB).
➜
Gebruikt u de volumeknop niet binnen
twee seconden dan is de knop opnieuw enkel
te gebruiken voor het instellen van het volume.
➜
Als er een hoofdtelefoon aangesloten is dan
worden alle bass- en treble-regelingen
uitgeschakeld.
Geluidsinstellingen
076-093-LX710-22-Dut
3/30/04, 2:07 PM
88