Campingaz CR 5000 Thermo Instructions For Use Manual - page 13
E - GEBRUIK
VOORZORGSMAATREGELEN:
Plaats het toestel NIET dicht bij een muur, bij gor-
dijnen, bij een bankstel of een leunstoel.
Leg geen kleding of andere voorwerpen op het
toestel.
Verplaats het toestel NIET als het aanstaat.
Het toestel moet ALTIJD naar het midden van het
vertrek gekeerd zijn.
Het toestel moet op een droge plaats staan.
Het beschermrooster van het toestel is ontworpen
om brandgevaar of brandwonden te voorkomen,
en geen enkel onderdeel mag blijvend van het
toestel verwijderd worden. HET ROOSTER IS
GEEN ABSOLUTE BEVEILIGING VOOR KLEINE
KINDEREN OF GEHANDICAPTEN.
E - 1 - Aansteken van het toestel:
Nota: De gastoevoer wordt geopend en afgesloten met
de kraan op de gasfles en/of de drukregelaar.
De ontstekingsvonk, de gastoevoer, evenals tempera-
tuur- of de vermogenregeling worden bediend op het
controlepaneel, rechts boven op het toestel (afb. 1, nr. 1)
en (afb. 5, merktekens A, B en C).
1- Open de kraan van de gasfles en/of de knop van de
drukregelaar en controleer eerst of er een gaslek is.
2-a-Model CR 5000 en CR 5000 Turbo
Het model CR 5000 Turbo moet op het elektriciteits-
net worden aangesloten.
Let op: Het toestel is gefabriceerd voor een voe-
dingsspanning van 230 V 50 Hz. Uw installatie moet
geaard zijn volgens de geldende normen betreffende
elektrische installaties.
- Plaats het apparaat niet vlak onder een stopcontact.
- Gebruik het apparaat niet in de buurt van een bad,
een douche of een zwembad.
Draai de knop (A) in stand ( ▼
▼ ) en houd hem geduren-
de 10 seconden ingedrukt om de gastoevoer naar de
veiligheidsvlam te bewerkstelligen (afb. 5).
2-b-Model CR 5000 Thermo
Draai de knop (C) in de maximum stand en houd de
bedieningsknop (1) gedurende 10 seconden inge-
drukt om de gastoevoer naar de veiligheidsvlam te
bewerkstelligen (afb. 5).
3- Druk verschillende keren de met een gestileerde ster
(✷) aangegeven knop (B) helemaal in om de vlam te
ontsteken en houd daarbij de knop (A) gedurende 10
seconden ingedrukt. Het thermokoppel wordt geacti-
veerd en het veiligheidsventiel sluit de gastoevoer
niet af.
Laat de bedieningsknop (A) weer los.
4- Controleer of het toestel aan is. Zo niet, herhaal de
instructies vanaf punt 2.
5- Het toestel moet de eerste tien minuten in maximum
stand blijven staan om het katalytische paneel volle-
dig te activeren.
Nota: Er kan lucht in de gasleiding zitten. Het toestel zal
dan niet bij de eerste poging aangaan. In dat geval moet
de procedure verschillende keren herhaald worden, tot
de veiligheidsvlam aangaat.
Als het toestel aanstaat, moet de veiligheidsvlam altijd
blijven branden als garantie voor de goede werking van
de luchtanalyse.
De slang moet 0,5 m lang zijn. Hij moet vervangen wor-
den als hij beschadigd is of scheurtjes vertoont. Niet aan
de slang trekken en hem niet verdraaien. Houd de slang
op veilige afstand van voorwerpen die warm kunnen
worden.
- De gasdichtheid moet gecontroleerd worden volgens
de aanwijzingen van paragraaf D-2.
D - AANSLUITING VAN DE GASFLES
Indien de aangesloten gasfles leeg is: zie paragraaf F-
"Demonteren of vervangen van de gasfles".
Voor het installeren of demonteren van een gasfles
dient u altijd te werk te gaan in een goed geventileerde
ruimte en nooit in aanwezigheid van een vlam, vonk of
warmtebron (brandende sigaret, elektrisch apparaat,
enz.).
- Open het toestel aan de achterkant (afb. 1 nr. 3)
Nota: als het toestel nieuw is, moeten de schroeven (4)
een kwartslag losgedraaid worden om de achterplaat
(3) op te lichten en te verwijderen.
D - 1 - Montage van de gasfles:
- Plaats de gasfles op de grond, achter het toestel.
- Controleer of de kraan van de gasfles en/of de knop
van de drukregelaar in stand "dicht" staat/staan.
- Schroef of schuif de drukregelaar op de gasfles of op
de kraan van de gasfles (afb.3 merkteken B).
- Plaats de gasfles achter het toestel. Let op dat de slang
niet tegen de metalen panelen van het toestel komt en
niet overmatig gebogen of gekneld is.
- Controleer of de slang normaal loopt, zonder verdraaid
of uitgerekt te worden.
- Breng de achterplaat van het toestel weer op zijn
plaats (afb. 4 merkteken A).
D - 2 - Gasdichtheid:
In geval van gaslek moet de gastoevoer van het
toestel afgesloten worden met behulp van de kraan
van de gasfles en/of de knop van de drukregelaar.
Probeer nooit een lek op te sporen met behulp van
een vlam, gebruik hiervoor een speciale vloeistof
voor het opsporen van gaslekken.
- Breng "speciale vloeistof voor het opsporen van lekken"
aan op de aansluitingen gasfles/drukregelaar/slang/toes-
tel.
- Open de gaskraan (kraan op de gasfles en/of knop op
de drukregelaar) (afb. 4).
- Als er belletjes komen, is er een gaslek.
- Om het gaslek te verhelpen, moeten de moeren en/of
de bevestigingsbeugels van de slang aangedraaid
worden. Eventuele defecte onderdelen moeten ver-
vangen worden. Het toestel mag pas in gebruik geno-
men worden als alle lekken verholpen zijn.
- Sluit de kraan van de gasfles.
Belangrijk:
In geval van gaslek of gaslucht moet(en) de kraan
van het gasfles en/of de knop van de drukregelaar
onmiddellijk dichtgedraaid worden. Open de ramen
om het vertrek zo snel mogelijk te luchten. Wend u
tot een gespecialiseerde vakman en laat het toestel
nazien en de gasfles op de juiste wijze aansluiten.
De installatie moet ten minste een maal per jaar en bij
elke vervanging van de gasfles op gaslekken gecontro-
leerd worden.
13
NL
CR5_NL.qxp 28/04/2005 09:42 Page 2