E Sky LAMA V3 Operating Instructions Manual - page 41
09/08
41
Vol
Fonctionnement en mode professeur / élève
Les premières séances de vol doivent être effectuées sous
la tutelle d’un pilote expérimenté en modélisme.
Pour cette opération, il est possible de relier votre télécom-
mande au moyen du câble professeur / élève (non contenu
dans la livraison, réf. à la commande : EK2-0901) avec une
télécommande du même type réservée à un autre pilote. Le
port de connexion est localisé sur l’arrière de votre émet-
teur.
L’émetteur de l’élève doit rester éteint pour cette
opération!
L’alimentation en courant se fait par l’émetteur
du professeur.
Reliez l’émetteur avec le câble professeur / élève.
Allumez d’abord l’émetteur du professeur, puis le modèle. .
Le modèle est commandé uniquement depuis l’émetteur du
professeur.
L’interrupteur professeur / élève sur l’émetteur du professeur
permet à celui-ci de passer les commandes du modèle à l’élève
tant que l’interrupteur est enfoncé.
L’interrupteur professeur / élève de l’émetteur de l’élève est hors
fonction.
Assurez-vous que le modèle réagisse sans problème
aux signaux de commande des deux émetteurs.
Contrôlez cette opération d’abord sur l’émetteur du pro-
fesseur.
Maintenez l’interrupteur professeur/élève enfoncé et con-
trôlez si le modèle réagit sans problème à l’émetteur de
l’élève.
Dès que l’interrupteur est lâché, l’hélicoptère est à nouveau
piloté par l’émetteur du professeur.
Si le professeur a mis le modèle en position de vol stabilisé, il
pourra momentanément passer les commandes de l’hélicoptère
à l’élève en actionnant l’interrupteur professeur / élève.
L’élève pourra ainsi s’entraîner à diriger convenablement son
modèle et le professeur pourra reprendre les commandes si
nécessaire.
Synchronisation de précision
de l’hélicoptère
Régler l’alignement des pales
Afin de régler exactement le comportement de l’hélicoptère lors
de la commande et du vol, les pales des rotors doivent tourner
dans plan de rotation du rotor à la même hauteur.
Afin de pouvoir régler l’alignement des pales, il est nécessaire
de marquer, sur les pales supérieures et inférieures respective-
ment, la pointe d’une pale de rotor au moyen d’une peinture de
couleur blanche.
Si vous augmentez la vitesse jusqu’à ce que l’hélicoptère soit
sur le point de décoller et que vous observiez latéralement les
deux plans de rotation des rotors, vous remarquez tout de suite
si les pales sont correctement alignées ou si elles tournent à des
hauteurs différentes.
Circuit de rotation du rotor inférieur (21) :
Comme la longueur des deux tringleries (a) du plateau oscil-
lant à la tête du rotor sont prédéterminées, le réglage est
effectué à l’aide de deux vis de fixation (b) sur le support
de pale.
A cet effet, tournez vers l’extérieur par petites étapes (1/8 de
rotation) la vis de la pale tournant trop haut.
Ceci réduit l’angle d’incidence de la pale de rotor et la pale
ne tourne plus trop haut dû à la faible portance.
Si vous insérez un ruban papier fin ayant l’épaisseur adé-
quate dans la fente, vous pouvez serrez avec précaution la
vis de fixation à nouveau.
Parallèlement, vous pouvez également vérifier si la vis de
réglage sur le rotor tournant trop bas est complètement vis-
sée.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Vliegbedrijf
Leraar/scholier-bedrijf
Voor eerste trainingsvluchten moet u beroep doen op de hulp
van een ervaren modelpiloot.
Daarvoor kunt u uw afstandszender via een leraar/scho-
lier-kabel (niet meegeleverd, best.-nr. EK2-0901) met een
gelijkaardige afstandsbediening van een andere piloot ver-
binden. De aansluitbus van uw zender bevindt zich aan de
achterkant.
De scholierzender blijft daarbij uitgeschakeld!
De stroomverzorging gebeurt door middel van
de leraarzender.
Verbind de zender met de leraar/scholierkabel.
Schakel eerst de leraarzender, en daarna het model aan.
Het model wordt nu uitsluitend door de leraarzender gecon-
troleerd.
Met de leraar/scholier-toets op de leraarzender kan de leraar
de controle aan de scholierzender overdragen zolang de toets
ingedrukt blijft.
De leraar/scholier-toets op de scholierzender is buiten werking.
Verzeker dat het model perfect op de stuursignalen van
beide zenders reageert.
Controleer eerst de leraarzender.
Houd de leraar/scholier-toets ingedrukt en controleer of het
model perfect op de scholierzender reageert.
Van zodra de toets losgelaten wordt is de controle van de
helikopter weer bij de leraarzender.
Wanneer de leraar het model in een stabiele vliegpositie
gebracht heeft kan hij met de leraar/scholier-toets de sturing
tijdelijk aan de scholier overdragen.
De scholier kan zo de beheersing van het model trainen en de
leraar kan, indien nodig, op elk ogenblik de controle opnieuw
overnemen.
Modelhelikopter fijn afstellen
Bladspoor instellen
Voor een exact stuur- en vlieggedrag van de helikopter moeten
de rotorbladen op dezelfde hoogte draaien binnen het rotorv-
lak.
Om het bladspoor in te kunnen stellen markeert u de punt van
telkens één rotorblad van het bovenste en onderste bladpaar
met een beetje witte verf.
Als u nu het toerental verhoogt tot de helikopter bijna begint te
zweven en u naar de zijkant van de twee rotorvlakken kijkt, ziet
u nu onmiddellijk of de bladen juist op één lijn of op verschillende
hoogtes draaien.
Onderste rotorcirkel (21):
Omdat de lengte van de twee stuurstangen (a) van de tui-
melschijf naar de onderste rotorkop vast ingesteld is, wordt
de instelling met behulp van twee instelschroeven (b) aan de
bladhouder uitgevoerd.
Draai hiertoe bij het blad dat te hoog draait de instelschroef
in kleine stapjes (1/8 slagen) naar buiten.
Hierdoor wordt de invalshoek van het rotorblad verminderd
en het blad zal door de lagere opwaartse kracht niet meer
zo hoog draaien.
Als u in de spleet die hierdoor ontstaat een dun strookje pa-
pier met de vereiste dikte legt, kunt u de instelschroef weer
voorzichtig vastdraaien.
U kunt terzelfdertijd controleren of de instelschroef bij het
blad dat te laag draait volledig ingedraaid is.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-