WALTHER PILOT PILOT Mini Operating Instructions Manual - page 31
Inhoudsopgave
1 Algemeen
2 Technische
beschrijving
3 Veiligheidsinstructies
4 Montage
5
Inbedrijfstelling / Bediening
6
Ombouw / reparatie
7
Reiniging en onderhoud
8
Opsporen en opheffen van storingen
9 Afvalverwijdering
10 Technische
gegevens
1
Algemeen
1.1
Aanduiding van de modellen
Modellen:
Handspuitpistolen PILOT Mini-HD (hogedruk)
Handspuitpistolen PILOT Mini-MD (middeldruk)
Type:
PILOT Mini-HD Beker met druppelaar
V 10 151
PILOT Mini-HD Materiaalaansluiting
V 10 152
PILOT Mini-MD Beker met druppelaar
V 10 141
PILOT Mini-MD Materiaalaansluiting
V 10 142
Fabrikant:
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18-30
D-42327
Wuppertal
Telefoon: 00 49 / 2 02 / 787-0
Telefax: 00 49 / 2 02 / 787-217
www.walther-pilot.de • Email:info@walther-pilot.de
1
1.2
Doelmatig gebruik
Het handspuitpistool PILOT Mini dient uitsluitend voor de verwerking van spuitbare
middelen, zoals b.v.:
• Lakken en verven
• Vetten, oliën en corrosiewerende middelen
• Keramiekglazuren
• Beitsen
Omdat alle materiaal transporterende onderdelen van edelstaal zijn gemaakt, kun-
nen ook waterhoudende resp. agressieve materialen worden verspoten.
Als de materialen die u wilt verspuiten, hier niet genoemd staan, wend u dan tot
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal.
De spuitbare materialen mogen uitsluitend op werkstukken resp. objecten worden
opgebracht.
De temperatuur van het spuitmateriaal mag in principe niet boven 43°C komen.
Het doelmatig gebruik houdt ook in dat alle instructies en gegevens uit de huidige
bedieningshandleiding gelezen, begrepen en in acht genomen worden.
Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 94 / 9 EG
(ATEX 100a) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie
apparaat en temperatuurklasse.
Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de gebruiksaanwijzing
omschreven bepalingen worden aangehouden.
De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waarge-
nomen.
De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische
Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er
mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan.
Het apparaat mag in toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen wor-
den ingezet met toestemming van de verantwoordelijke overheidsinstantie.
Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de
mate van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones).
Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische
gegevens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voor-
schriften overeenstemmen.
In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar
voor personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheids-
maatregelen te nemen.
Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de
exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden
stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER-PILOT.
Aarding/potentiaalnormalisatie
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 106
Ω).
2