JB Systems DynaSpot Operation Manual - Hoofdmenu:
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
JB SYSTEMS
®
27/59
DYNASPOT
3. ONTVANGER
IR-AFSTANDSBEDIENING:
ontvangt
de
infraroodaanwijzingen
van
de
IR-
afstandsbediening als het apparaat in gebruik is in standalone of master/slave-modus.
4. DMX-IN-/UITGANGEN:
wordt gebruikt voor het doorkoppelen van DMX512; gebruik gebalanceerde
signaalkabels met 3-pens XLR-connectors.
5. USB-uitgang 5 V gelijkspanning:
dit is GEEN dataconnector; het is alleen een uitgang voor 5 V/350
mA gelijkspanning die kan worden gebruikt om toekomstige accessoires van stroom te voorzien.
6. LICHTNET IN-/UITGANG:
met IEC-aansluitingen en een geïntegreerde zekeringhouder; sluit het
meegeleverde netsnoer hier op aan. U kunt gebruik maken van een speciaal IEC-netsnoer om deze
uitgang aan te sluiten op de lichtnetingang van het volgende apparaat voor gemakkelijker doorkoppelen
tot maximaal 10 A.
Tip:
Raadpleeg onze website voor speciale kabelsamenstellen, waarbij één
kabel de aansluiting voor zowel stroom- als een gebalanceerd signaal (3-pens
XLR) bevat. Er zijn verschillende lengtes verkrijgbaar: 1,3 m, 3 m, 5 m en
10 m, zeer handig!
7. VEILIGHEIDSOOG:
bevestig hier een optionele veiligheidskabel wanneer het
apparaat boven het publiek wordt geïnstalleerd.
8. U-BEUGEL:
wordt gebruikt als de projector met gebruikmaking van een
standaard ALU-klem aan een truss wordt bevestigd.
HOOFDMENU:
Druk om ieder van de functies te selecteren op de [MODE]-toets en gebruik de
toetsen
/
om door het menu te bladeren.
Selecteer de functie met de [ENTER]-toets (het scherm knippert).
Gebruik de toetsen
en
om de modus te wijzigen.
Druk wanneer de gewenste modus is geselecteerd de [ENTER]-toets om de
keuze te bevestigen.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de
instellingen op te slaan en terug te keren naar de bedrijfsmodus. Als u dit niet
doet, worden de instellingen niet opgeslagen en keert het armatuur na ongeveer
8 seconden terug naar de vorige bedrijfsmodus.
DMX-adres [Addr]
Wordt gebruikt om het startadres in een DMX-installatie in te stellen.
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
Addr
” op het scherm wordt
weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om het DMX512-adres te wijzigen.
Druk zodra het juiste adres op het scherm wordt weergegeven de [ENTER]-toets
om het te selecteren.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de
instellingen op te slaan en terug te keren naar de bedrijfsmodus.
Kanaalmodus [ChMd]
Wordt gebruikt om de gewenste instellingenmodus van de kanalen in te
stellen.
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
ChMd
” op het scherm wordt
weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om te kiezen uit 5MSL, 8KAN of 10KAN-modus.
Druk zodra de gewenste installatiemodus voor de kanalen op het scherm wordt
weergegeven de [ENTER]-toets om hem te selecteren.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de
instellingen op te slaan en terug te keren naar de bedrijfsmodus.
Showmodus [ShMd]
Wordt gebruikt om de showmodus te kiezen bij gebruik als standalone- of
master/slave.
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
ShMd
” op het
scherm wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om één van de beschikbare shows te selecteren: