WAGNER AG-14 Owner's Manual - Inleiding
44 AG-14
NL
Max.toegestane
temperatuur materiaal
43ºC (109ºF)
Max.geluidsproductie 81 dB(A)*
Gewicht
590 g (1,3 lb.)
* Meetplaats: een halve meter verwijderd
van het te spuiten oppervlak en een halve
meter achter het spuitpistool bij een
spuitdruk van 12 MPa en een spuitmond
van 0,021 cm.
Inleiding
Dit nevelspuitpistool wordt gebruikt om
vloeibare coatingstoffen onder hoge druk te
vernevelen.
Hetgebruikvandevergren-delingvan
detrekkervanhetpistool
De trekker van het pistool altijd vergrendelen
wanneer u het pistool niet gebruikt.
1. Om de trekker te vergrendelen dient u de
vergrendeling naar achteren te draaien
totdat deze niet verder kan.
2. Om de trekker te ontgrendelen dient u
de vergrendeling naar voren te draaien
totdat die in verticale positie staat.
1
2
Trekker vergrendeld
(spuiten met
pistool niet mogelijk)
Trekker ontgrendeld
(spuiten met pistool
mogelijk)
Ingebruiknemen
Altijdeersthetspuitsysteem
drukloosmakenvoordatuhet
pistool,despuitmondofde
beschermkapvandespuitmond
inelkaarzet,vervangtofreinigt.
Volgde‘procedurevoorhet
drukloosmakenvandeinstallatie’
zoalsvermeldindehandleidingbij
despuitinstallatie.
Altijddebeschermkapvande
spuitmondgebruikenvoorextra
beschermingtegeninjectie.Wees
eropbedachtdatdebeschermkap
opzichzelfnietvoldoende
beschermingtegeninjectiebiedt.
Nooitdebeschermkapvande
spuitmondafsnijden.Detrekker
vanhetpistoolaltijdvergrendelen
wanneeruhetpistoolniet
gebruikt.Voordatuhettoesteleen
onderhoudsbeurtgeeftaltijdeerst
dehandleidingraadplegenenalle
waarschuwingenopvolgen.
1. Ingebruikname van de spuitinstallatie.
Voor instructies betreffende de
ingebruikname, zie de handleiding van
de spuitinstallatie.
2. Sluit een geaarde nevelspuitslang aan
op de inlaatzijde van het pistool. Maak
gebruik van twee sleutels (een voor het
pistool en een voor de slang) om alles
goed vast te maken.
3. Start de spuitinstallatie met de
spuitmond en de beschermkap van de
spuitmond van het pistool verwijderd.
Spoel het spuitsysteem door en bereid
dit voor op gebruik aan de hand van
de instructies in de handleiding van
de spuitinstallatie. Controleer het
spuitsysteem om ervoor te zorgen dat
alle koppelingen vastzitten en nergens
lekkage optreedt.
4. Volg de ‘procedure voor het drukloos
maken van de installatie’ zoals vermeld in
de handleiding bij de spuitinstallatie.
1
2
3
4
5. Maak gebruik
van een pen of
een gelijksoortig
voorwerp om de
afdichtring van de
spuitmond (3) en de
afdichtring (4) aan
de achterkant van
de beschermkap
van de spuitmond
(2) aan te brengen.
Indrukken om deze op de plaats te
duwen.
6. Plaats de spuitmond (1) in het slobgat
van de beschermkap van de spuitmond.
7. Schroef de beschermkap van de
spuitmond op het pistool. Plaats de
beschermkap van de spuitmond in de
gewenste spuitpositie en draai deze aan.
i
Omtekunnenspuiten,moet
depijlopdehendelvande
spuitmondnaarvorenwijzen.
Bediening
1. Om te kunnen spuiten, moet de pijl op
de hendel van de spuitmond naar voren
wijzen.
2. Start de spuitinstallatie. Voor instructies
betreffende de ingebruikname, zie de
handleiding van de spuitinstallatie.
3. Pas de vloeistofdruk van de spuitinstallatie
aan totdat de sproeier een keurige
spuitnevel levert. Altijd op de laagst
mogelijke druk werken om het gewenste
resultaat te bereiken.
i
Despuitmondbepaaltdegrootte
vanhetspuitpatroonende
dekking.Indienumeerdekking
nodighebt,dientueengrotere
spuitmondtegebruikenennietde
vloeistofdruktevergroten.