WALTHER PILOT pilot maxi Operating Instructions Manual - page 43
6.1
Gebreken van een spuitbeeld verhelpen
Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt
beïinvloden.
7
Opsporen en verhelpen van storingen
Waarschuwing
Maak vóór ieder ombouw de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool vrij van
druk -letselrisico.
8
Ombouw en reparatie
Als u het spuitbeeld op een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier
reeds vermelde mogelijkheden, moet het spuitpistool worden omgebouwd. De bij
het spuitmateriaal passende luchtkop- / materiaalspuitkop- / naaldcombinatie
vormt een op elkaar afgestemde eenheid – het spuitkopinzetstuk. Vervang altijd
het volledige spuitkopinzetstuk, zodat de gewenste spuitkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Waarschuwing onderbreek iedere keer ombouw u reparatie, de lucht- en materi-
aaltoevoer naar het spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Aanwijzing
Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de explo-
sietekening aan het begin van deze bedieningshandleiding.
Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop
1. Schroef de dopmoer (pos. 1) eraf.
2. Demonteer de luchtkop (pos. 2).
3. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 13 uit het pistoollichaam.
4. Neem de pakking (pos. 4) van de materiaalspuitkop af.
De montage van het nieuwe spuitkopinzetstuk en van de overige componenten
gebeurt in omgekeerde volgorde.
Materiaalnaald vervangen
1. Schroef de instelschroef (pos. 18) eraf.
2. Verwijder de veer (pos. 17).
3. Trek de materiaalnaald (pos. 16) uit het pistoollichaam.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Een instelling van de voorlucht is
niet nodig.
Lekkende naaldpakking vervangen
1. Verwijder de materiaalnaald zoals omschreven in Materialnaald vervangen.
2. Verwijder de bevestigingsschroef (pos. 32).
3. Verwijder de pakkingopneming (pos. 33) compleet met O-ring (pos. 34).
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde
Instructie
De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer wor-
den gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht.
Instructie
Alle bewegende en glijdende componenten moeten vóór de montage in het pis-
toollichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet.
7
8
Gewenst resultat
Fout
Oorzaak
Herstelaktie
Pistool druppelt
Materiaalnaald of -spuitkop ver-
vuild of beschadigd
Stelschroef (pos. 18) te ver naar
achteren gedraaid
• Onderdeel reinigen resp. ver-
vangen
• Stelschroef iets naar binnen-
schroeven (naar rechts draaien)
Stootsgewijze of
flutterende spuit-
straal
Te weinig materiaal in het mate-
riaalvat
Beker staat te schuin tijdens het
spuitproces
Materiaalspuitkop los of bescha-
digd
het materiaal is te zwaar voor
zuigtoevoer
• Materiaal bijvullen
• rechter houden
• vastdraaien, evtl. luchtverdeler
-ring (pos. 5) vervangen
• met drukreservoir of pompin-
stallatie transporteren
Pistool blaast in
ruststand
Klepveer (pos. 11) of
klepkegel (pos. 10) beschadigd
• vervangen
Spuitprofieltest
Afwijking
Benodigde instelling
Spuitbeeld is in het midden te
dik.
• Bredere spuitstraalvorm instel-
len
Spuitbeeld is aan de uiteinden
te dik
• Rondere spuitstraalvorm instel-
len
Spuitbeeld is tamelijk grof qua
druppels
• Verstuiverluchtdruk verhogen
Materiaallaag is in het midden
van het spuitbeeld zeer dun
• Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het midden
gespleten
• Spuitkopdiameter vergroten
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Materiaaldruk vergroten
Spuitbeeld is zeer balachtig
• Materiaaldruk verkleinen
• Verstuiverluchtdruk vergroten