Calpeda NMP Operating Instructions Manual - page 28
Pagina 28 / 48
NMP Rev. 14 - Bedieningsvoorschrift
NL
6.4.2. Zuigleiding
De zuigleiding moet luchtdicht en oplopend richting pomp zijn
om luchtzakken te voorkomen.
Bij gebruik van
flexibele slang
, gebruik spiraalslang om ver-
nauwing als gevolg van vacuüm te voorkomen.
Bij plaatsing van
de pomp boven vloeistofniveau
(zuigbedrijf),
plaats een voetklep of terugslagklep in de zuigleiding.
Bij plaatsing van de
pomp onder toeloop
, monteer een terug-
slagklep.
6.4.3. Persleiding
Plaats een schuifafsluiter in de persleiding om de pompop-
brengst, druk en vermogen te regelen.
Installeer een manometer.
Bij een geodatische opvoerhoogte van meer dan 15 meter mon-
teer een terugslagklep tussen pomp en afsluiter. Dit ter bescher-
ming van de pomp tegen waterslag.
6.5. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden
door een gekwalificeerd elektriciën overeenkomstig de
plaatselijke verordeningen.
Volg alle veiligheidsinstructies.
De pompset dient op een juiste wijze geaard te zijn.
Verbind de aarde in de aansluitdoos met een gemerkt teken
.
Vergelijk de frequentie en voltage met de waarden op het type-
plaatje en sluit de fasen aan overeenkomstig het schema in de
aansluitdoos.
LET OP
:
Geen metalen voorwerpen in de
kabelopening tussen aansluitdoos en stator laten
vallen,
anders motor demonteren en voorwerp
verwijderen.
Wanneer de aansluitbox voorzien is van een kabelwartel,
gebruik flexibele elektrische kabel van het type H07RN-F.
Wanneer de aansluitbox is voorzien van een doorvoerbus, sluit
de elektrische kabel aan met behulp van een mantel.
Bij gebruik in zwembaden, vijvers en soortgelijke situaties, is
het noodzakelijk dat een aardlekschakelaar van maximaal 30
mA in de voeding wordt opgenomen.
Installeer een
schakelaar waarbij elke fase
van de toevoer
uitgeschakeld kan worden. De opening tussen de contacten
dient minimaal 3 mm te zijn.
Bij een 3-fase motor dient men een motorbeveiliging, ove-
reenkomstig de nominale motorstroom te gebruiken.
1-fase NMPM, pompen
zijn uitgevoerd met een condensator
en (voor 220 en 240 V, 50 Hz) met een ingebouwde thermische
beveiliging.
7 INSCHAKELEN EN GEBRUIK
7.1 Controles alvorens in te schakelen
Het apparaat mag niet ingeschakeld worden wanneer er
beschadigde onderdelen zijn.
7.2 Eerste inschakeling
LET OP
:
Laat de pomp nooit drooglopen.
Start de pomp nadat deze volledig is gevuld met vloeistof.
Wanneer de
pomp boven vloeistofniveau
geplaatst is (zuig-
bedrijf), vul de pomp met water tot aan de zuigaansluiting door
de opening op het pomphuis nadat de deksel is verwijderd (zie
par. 12.2 fig. 2).
ATTENTIE: voor het transport is het deksel tijdelijk gemon-
teerd met moeren. Vervang deze door de handmoeren
(15.12) te vinden in het filter.
Als men werkt bij een positieve voordruk, vult men de pomp
door de zuigklep langzaam volledig te openen en houdt men de
persklep open om lucht te laten ontsnappen.
Bij 3-fase motoren, controleer de draairichting zoals afgebeeld
door de pijl op het pomphuis, anders, sluit de stroomtoevoer en
verwissel de aansluiting van 2-fasen.
Bij zuigbedrijf kan het noodzakelijk zijn om enkele minuten te
wachten totdat de pomp aanzuigt.
Controleer of de pomp functioneert binnen de prestatiecurve en
dat de nominale stroom vermeld op het typeplaatje niet wordt
overschreden. Stel anders de afsluiter in de pers bij.
7.3 UITSCHAKELEN
Het apparaat moet uitgeschakeld worden in elk geval
waarin er problemen zijn tijdens het functioneren (zie
opsporen van defecten).
Het product is ontworpen voor een continue functionering; het
wordt pas uitgezet door de stroom uit te schakelen door
middel van de daarvoor voorziene ontkoppelingssystemen
(zie par. 6.5 Elektrische aansluiting).
8 ONDERHOUD
Alvorens enige onderhoudswerkzaamheid uit te voeren moet
het apparaat uitgeschakeld worden door alle energiebronnen
los te koppelen.Wend u zo nodig tot een elektriciën of erva-
ren technicus.
Elke werkzaamheid voor het onderhoud, reinigen of
repareren die wordt uitgevoerd terwijl er spanning op de
elektrische installatie staat kan ernstige, ook dodelijke,
ongelukken tot gevolg hebben voor de personen.
In het geval van buitengewoon onderhoud of onderhoudswerk-
zaamheden waarvoor delen van de machine gedemonteerd
moeten worden, moet de operator die het onderhoud uitvoert
een geschoold technicus zijn die in staat is om de schema’s en
tekeningen te lezen en begrijpen.Het is verstandig om een
register bij te houden van alle uitgevoerde ingrepen.
Tijdens het onderhoud moet speciaal worden opgelet
dat geen vreemde delen, ook van kleine afmetingen,
binnenglippen en in het circuit terechtkomen; ze zouden
een storing kunnen veroorzaken en de veiligheid van het
apparaat in gevaar kunnen brengen.
Vermijd iedere willekeurige handeling met blote
handen. Gebruik beschermende handschoenen die
waterdicht zijn voor de demontage en reiniging van het
filter of bij andere onderdelen waar die benodigd zijn.
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden mogen geen
externe personen aanwezig zijn.
De onderhoudswerkzaamheden die niet in dit handboek zijn
beschreven mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
gespecialiseerd personeel dat door de firma Calpeda S.p.A.
wordt gestuurd.
Voor overige technische informatie betreffende het gebruik of
onderhoud van de machine kunt u contact opnemen met de
firma Calpeda S.p.A.
8.1 Gewoon onderhoud
Alvorens enige onderhoudswerkzaamheid uit te
voeren moet de elektrische stroom worden
uitgeschakeld en gecontroleerd worden dat de pomp
niet onverwacht onder spanning kan komen te staan.
Inspecteer en reinig de filterkorf periodiek.
De filterkorf is eenvoudig toegankelijk nadat het deksel op het
pomphuis is verwijderd. Wanneer de pomp beneden vloeistofni-
veau is geplaatst, sluit de zuig- en persafsluiter voor het verwij-
deren van het pomphuisdeksel.
Desinfecterende middelen of chemische producten
voor waterbehandeling niet direct in de pomp
gieten.
Risico op reacties en emissie van schadelijke gassen.
OFF
OFF
ON
i
i
OFF
IST NMP 09_2014:MXS 11_03con gall 09/09/14 08.43 Pagina 28