Ferm FP-900 User Manual - page 11
Het afschuinen van randen
Dankzij de V-groef in de schaafschoen kunnen randen
van het werkstuk heel eenvoudig worden afge-
schuind. Plaats de schaafmachine met de V-groef (K)
op de rand van het werkstuk en geleid de machine
over de af te schuinen rand.
Het schaven van sponningen
De stelknop voor de schaafdiepte kan bijvoorbeeld
worden gebruikt bij het schaven van een venster- of
deurpost. Draai de vergrendelingsmoer los en stel de
schaaf met behulp van de schaal in op de gewenste
diepte (Afb.2, H).
Voer de schaafprocedure verschillende keren uit
(oefen bij het schaven zijwaartse druk uit op de
schaafmachine), tot de gewenste schaafdiepte is
bereikt. De maximale diepte voor het schaven van
sponningen is 18 mm.
PAS OP!
1. Let er op, dat uw hand tijdens de werkzaamheden
nooit met het werkstuk in aanraking komt.
2. Gebruik de elektrische schaaf alleen aan de
bovenzijde van het werkstuk, nooit op de kop of aan
de zijkant.
3. Leg het apparaat pas opzij nadat het volledig tot
stilstand is gekomen.
-
Gebruik voor het wegzuigen van schaafspaanders of
stof een afzuiginstallatie of stofzuiger. Gebruik
daarvoor de verbindingsbuis (afb. 2.L, accessoire).
-
Maak bij kleine werkstukken gebruik van een
werkstukmal.
ONDERHOUD
Trek vóór het plegen van onderhoud altijd eerst de
stekker uit het stopcontact.
De schaafbeitel is na een bepaalde gebruiksduur
versleten. Als u een stompe of beschadigde schaafbeitel
toch verder blijft gebruiken, dan wordt daardoor de
effectiviteit ervan gereduceerd en eventueel de
elektromotor overbelast. Controleer de schaafbeitels
regelmatig op slijtage of beschadiging. Afhankelijk van de
toestand van de schaafbeitel moet deze worden
vervangen.
DEMONTAGE SCHAAFBEITEL (AFB. 3)
Gebruik de meegeleverde sleutel (accessoire). Draai
met de sleutel eerst de drie klemschroeven (6) los en
verwijder de schaafbeitel (2), de beiteldrager (2) en de
beitelhouder (4) uit de draagas (1).
MONTAGE SCHAAFBEITEL (AFB. 3)
Neem de nieuwe schaafbeitel (3) en plaats hem tussen
beitelhouder (4) en beiteldrager (2). Draai vervolgens de
klemschroeven (6) zo ver mogelijk in de beitelhouders,
maar doe dat niet zo ver, dat de beitel en de beiteldrager
weer van de beitelhouder los raken. Daarna legt u de
schaafbeitel, de beiteldrager en beitelhouder samen in
de draagas. Beitelhouder, beitel en beiteldrager worden
nu tezamen in de draagas bevestigd, door de
klemschroeven met de sleutel los te draaien en zo beitel,
beitelhouder en beiteldrager vast te klemmen.
ATTENTIE:
Klemschroeven zo ver mogelijk los draaien, opdat
voldoende bevestiging gegarandeerd is.
PAS OP!
1. Bij montage en demontage van de beitel dient erop
gelet te worden, dat alle delen (beitels, beiteldragers,
beitelhouders en draagas) schoon zijn. Vuil en
eventueel aanwezige vuillagen dienen te worden
verwijderd.
2. De zeskantschroeven (5) zijn beveiligd met een
kleefstof. Deze schroeven mogen niet worden
verdraaid. Alleen de fabrikant mag de positie van
deze schroeven wijzigen!
Controleer regelmatig of de klemschroeven vast
genoeg zitten. Draai de schroeven altijd vast aan.
OPSPOREN EN VERHELPEN
VAN FOUTEN
1. De aan-/uit-schakelaar staat in de 'aan'-stand,
maar de motor functioneert niet.
-
Circuit onderbroken.
Laat de motor repareren.
-
Draden in de stekker of in het stopcontact zitten los.
Laat het stopcontact en de stekker controleren resp.
repareren.
-
Schakelaar defect.
Laat de schakelaar verwisselen.
2. De aan-/uit-schakelaar staat in de 'aan'-stand,
maar er zijn afwijkende geluiden hoorbaar, de
motor werkt niet of slechts zeer langzaam.
-
Schakelaarcontact doorgebrand.
Laat de schakelaar vervangen.
-
Component geblokkeerd.
Laat het elektrisch apparaat controleren resp.
repareren.
-
Te veel schaafkracht, daardoor wordt de motor
geremd.
Gebruik tijdens de werkzaamheden minder kracht.
3. De motor wordt heet.
Er zitten verontreinigingen in de motor.
Laat de verontreinigingen verwijderen.
Geen of vervuild smeervet.
Laat smeervet aanbrengen resp. vervangen.
-
Belasting te hoog.
Gebruik tijdens de werkzaamheden minder kracht.
-
Schaafbeitel stomp.
Vervang de schaafbeitel.
4. De motor werkt, maar de schaafbeitel doet
het niet.
-
V-riem versleten.
Laat de V-riem vervangen.
5. Vaak voorkomende of sterke vonkvorming
bij de collector.
-
Kortsluiting in het anker.
Ferm
11
íÖïçàóÖëäéÖ
éÅëãìÜàÇÄçàÖ
ÇÒ„‰‡ ÓÚÍβ˜‡ÈÚ Ï‡¯ËÌÛ ÓÚ ÒÚË (¯Ú-
Í ËÁ ÓÁÚÍË) Ô‰ ‚˚ÔÓÎÌÌËÏ ÚıÌ˘-
ÒÍÓ„Ó Ó·ÒÎÛÊË‚‡ÌËfl.
ëÓ ‚ÏÌÏ ÔÓÒÎ ‰ÎËÚθÌÓÈ ‡·ÓÚ˚ ÌÓÊË
Û·‡Ì͇ ÒÚ‡˜Ë‚‡˛ÚÒfl. á‡ÚÛÔË‚¯ËÒfl ËÎË
ÔӂʉÌÌ˚ ÌÓÊË ÓÚˈ‡ÚθÌÓ ‚ÎËfl˛Ú ̇
˝ÙÙÍÚË‚ÌÓÒÚ¸ ‡·ÓÚ˚ ËÌÒÚÛÏÌÚ‡ Ë Ô„Ûʇ˛Ú
„Ó ˝ÎÍÚÓÏÓÚÓ. ê„ÛÎflÌÓ ÔÓ‚flÈÚ ÒÓÒÚÓflÌË
ÌÓʇ ̇ Ô‰ÏÚ ËÁÌÓÒ‡ Ë ÔӂʉÌËÈ.
ë‚Ó‚ÏÌÌÓ Á‡ÏÌflÈÚ ÌÓÊ.
ÑÖåéçíÄÜ çéÜÄ (ËÒ.3)
àÒÔÓθÁÛÈÚ ÔË·„‡Ï˚È ‚ ÍÓÏÔÎÍÚ ÓÊÍÓ‚˚È
„‡˜Ì˚È Íβ˜ (äÓÏÔÎÍÚÛ˛˘Ë).
ë̇˜‡Î‡ Íβ˜ÓÏ ÓÚ‚ËÌÚËÚ ÚË ÒÚÓÔÓÌ˚ı ‚ËÌÚ‡ (6)
Ë ËÁ‚ÎÍËÚ ÌÓÊ Û·‡Ì͇ (3), ‰Ê‡‚ÍÛ ÌÓʇ (2) Ë
‰Ê‡Úθ ÌÓʇ (4) ËÁ ·‡‡·‡Ì‡ (1).
ìëíÄçéÇäÄ çéÜÄ (ËÒ. 3)
ÇÓÁ¸ÏËÚ ÌÓ‚˚È ÌÓÊ (3) Ë ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ „Ó ÏʉÛ
‰Ê‡ÚÎÏ (4) Ë ‰Ê‡‚ÍÓÈ (2). á‡ÚÏ Á‡‚ÌËÚ ‚Ò
ÚË ÒÚÓÔÓÌ˚ı ‚ËÌÚ‡ (6) Í‡Í ÏÓÊÌÓ „ÎÛ·Ê ‚
‰Ê‡Úθ ÌÓʇ.
èêÖÑìèêÖÜÑÖçàÖ:
á‡Úfl„Ë‚‡Ú¸ ÒΉÛÚ Ì Ì‡ÒÚÓθÍÓ „ÎÛ·ÓÍÓ, ˜ÚÓ·˚ ÌÓÊ
Ë „Ó ‰Ê‡‚͇ ÒÌÓ‚‡ ÓÚÓ¯ÎË ÓÚ ‰Ê‡ÚÎfl ÌÓʇ!
èÓÒÎ ˝ÚÓ„Ó ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÌÓÊ, ‰Ê‡Úθ Ë ‰Ê‡‚ÍÛ
‚ ·‡‡·‡Ì. íÔ¸ ‚Ò ˝ÚË ÚË ˝ÎÏÌÚ‡ ·Û‰ÛÚ
ÔËÚflÌÛÚ˚ ‰Û„ Í ‰Û„Û ÔÓÒ‰ÒÚ‚ÓÏ ÓÒ··ÎÌËfl
Úfiı ÒÚÓÔÓÌ˚ı ‚ËÌÚÓ‚ ÓÊÍÓ‚˚Ï Íβ˜ÓÏ Ë ·Û‰ÛÚ
Á‡ÙËÍÒËÓ‚‡Ì˚ ‚ Ò‚ÓfiÏ ‡·Ó˜Ï ÔÓÎÓÊÌËË.
ì·‰ËÚÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ‰Ê‡Úθ ̇‰ÊÌÓ Á‡ÍÔÎÌ
‚ËÌÚ‡ÏË.
ÇçàåÄçàÖ:
éÚ‚Ó‡˜Ë‚‡Ú¸ ÒÚÓÔÓÌ˚ ‚ËÌÚ˚ ̇ χÍÒËχθÌÓ
‚ÓÁÏÓÊÌÛ˛ ‚΢ËÌÛ ‰Îfl Ó·ÒÔ˜ÌËfl
‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓ„Ó Á‡ˆÔÎÌËfl.
èêÖÑìèêÖÜÑÖçàÖ!
1. èË ÛÒÚ‡ÌÓ‚Í ËÎË ‰ÏÓÌÚ‡Ê ÌÓÊÈ ÒΉÛÚ
Ó·ÒÔ˜ËÚ¸ ˜ËÒÚÓÚÛ ‚Òı ˝ÎÏÌÚÓ‚ (ÌÓÊ,
‰Ê‡Úθ, ‰Ê‡‚͇ Ë ·‡‡·‡Ì). ÉflÁ¸ ͇Í
Ò‚ÊÛ˛, Ú‡Í Ë ÔËÒÓı¯Û˛, ÒΉÛÚ Û‰‡ÎflÚ¸.
2. ÇËÌÚ˚ Ò ‚ÌÛÚÌÌËÏ ¯ÒÚË„‡ÌÌËÍÓÏ (5)
Á‡ÙËÍÒËÓ‚‡Ì˚ Ò ÔÓÏÓ˘¸˛ ÍÎfl. àı „ÛÎËÓ‚‡Ú¸
Á‡Ô˘ÌÓ! èÓÎÓÊÌË ˝ÚËı ‚ËÌÚÓ‚ ÏÓÊÚ
ÏÌflÚ¸ ÚÓθÍÓ ÔÓËÁ‚Ó‰ËÚθ.
ê„ÛÎflÌÓ ÔÓ‚flÈÚ Á‡ÚflÊÍÛ Úı
ÒÚÓÔÓÌ˚ı ‚ËÌÚÓ‚. éÌË ‰ÓÎÊÌ˚ ·˚Ú¸ ‚Ò„‰‡
ÔÎÓÚÌÓ Á‡ÚflÌÛÚ˚.
ÇéáåéÜçõÖ çÖàëèêÄÇçéëíà
à ëèéëéÅõ àï ìëíêÄçÖçàü
1. àÌÒÚÛÏÌÚ Ì ‡·ÓÚ‡Ú ÔÓÒÎ „Ó
‚Íβ˜ÌËfl.
-
ê‡Á˚‚ ˝ÎÍÚÓˆÔË.
ìÒÚ‡ÌËÚ¸ ‡Á˚‚ ˆÔË.
-
èÎÓıÓÈ ÍÓÌÚ‡ÍÚ ‚ ¯ÚÍ ËÎË ÒÚ‚ÓÈ ÓÁÚÍ.
èÓ‚ËÚ¸ Ë ÓÚÏÓÌÚËÓ‚‡Ú¸ ÒÚ‚ÓÈ
¯ÚÍ Ë ÓÁÚÍÛ.
-
çËÒÔ‡‚ÌÓÒÚ¸ ‚˚Íβ˜‡ÚÎfl.
á‡ÏÌËÚ¸ ‚˚Íβ˜‡Úθ.
2. Ç˚Íβ˜‡Úθ ‚Íβ˜Ì, ËÌÒÚÛÏÌÚ ËÁ‰‡Ú
ÌÓ·˚˜Ì˚È ¯ÛÏ, ÏÓÚÓ Ì ‡·ÓÚ‡Ú ËÎË
Ә̸ Ò··Ó ÍÛÚËÚ.
-
è„ÓÎ Ô‰Óı‡ÌËÚθ ‚˚Íβ˜‡ÚÎfl.
á‡ÏÌËÚ¸ ‚˚Íβ˜‡Úθ
-
á‡ÎÓ Í‡ÍÛ˛-ÎË·Ó ‰‚ËÊÛ˘Û˛Òfl ‰Ú‡Î¸.
èÓ‚ËÚ¸ ËÌÒÚÛÏÌÚ Ë ÛÒÚ‡ÌËÚ¸
ÌËÒÔ‡‚ÌÓÒÚ¸.
-
óÁÏÌÓ ‰‡‚ÎÌË Ì‡ ËÌÒÚÛÏÌÚ ÔË ‡·ÓÚ,
‚ ÁÛÎ¸Ú‡Ú ÏÓÚÓ Ô„ÛʇÚÒfl.
ç ÔË·„‡Ú¸ ·Óθ¯Ëı ÛÒËÎËÈ ÔË ‡·ÓÚ.
3. è„‚ ˝ÎÍÚÓ‰‚Ë„‡ÚÎfl.
-
Ç ÏÓÚÓ ÔÓÔ‡ÎË ËÌÓÓ‰Ì˚ Ô‰ÏÚ˚.
쉇ÎËÚ¸ ËÌÓÓ‰Ì˚ Ô‰ÏÚ˚ ÒË·ÏË
ÒԈˇÎËÒÚ‡.
-
éÚÒÛÚÒÚ‚Ë ËÎË Ì„Ó‰ÌÓ Í‡˜ÒÚ‚Ó
ÍÓÌÒËÒÚÌÚÌÓÈ ÒχÁÍË.
ç‡ÌÒÚË ÒχÁÍÛ ËÎË Á‡ÏÌËÚ¸ fi ÒË·ÏË
ÒԈˇÎËÒÚ‡.
-
óÁÏÌÓ ‰‡‚ÎÌË Ì‡ ËÌÒÚÛÏÌÚ ÔË ‡·ÓÚ.
ç ÔË·„‡Ú¸ ·Óθ¯Ëı ÛÒËÎËÈ ÔË ‡·ÓÚ.
-
á‡ÚÛÔËÎÒfl ÌÓÊ Û·‡Ì͇.
á‡ÏÌËÚ¸ ÌÓÊ.
4. èË ‡·ÓÚ‡˛˘Ï ÏÓÚÓ ÌÓÊ Û·‡Ì͇
ÌÔÓ‰‚ËÊÌ.
-
àÁÌÓ¯Ì ÍÎËÌÓ‚ÓÈ Ï̸.
á‡ÏÌËÚ¸ Ï̸.
5. ó‡ÒÚÓ ËÎË ˜ÁÏÌÓ ËÒÍÌË.
-
äÓÓÚÍÓ Á‡Ï˚͇ÌË Ì‡ flÍÓ.
á‡ÏÌËÚ¸ flÍÓ¸.
-
ì„ÓθÌ˚ ˘ÚÍË ËÁÌÓ¯Ì˚ ËÎË Á‡ÍÎËÌÌ˚.
èÓ‚ËÚ¸ ÒÓÒÚÓflÌË ˘ÚÓÍ.
-
íÛ„Ó ‡·ÓÚ‡Ú ÍÓÏÏÛÚ‡ÚÓ.
èÓ˜ËÒÚËÚ¸ ËÎË ÔÓ‰¯ÎËÙÓ‚‡Ú¸ ÔÓ‚ıÌÓÒÚ¸
ÍÓÏÏÛÚ‡ÚÓ‡.
Ç ˆÎflı ‚‡¯È ·ÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË Á‡Ô˘‡ÚÒfl ÒÌËχڸ
͇ÍË-ÎË·Ó ‰Ú‡ÎË ËÎË Ì‡Ò‡‰ÍË Ò ‚‡¯„Ó
˝ÎÍÚÓËÌÒÚÛÏÌÚ‡ ‚Ó ‚Ïfl „Ó ‡·ÓÚ˚. Ç ÒÎÛ˜‡
„Ó ÌËÒÔ‡‚ÌÓÒÚË ËÎË ÔӂʉÌËfl ÓÚ‰‡ÈÚ
ËÌÒÚÛÏÌÚ ‚ ÏÓÌÚ ÚÓθÍÓ Í‚‡ÎËÙˈËÓ‚‡ÌÌ˚Ï
ÒԈˇÎËÒÚ‡Ï ËÎË ÔÓËÁ‚Ó‰ËÚβ.
ÇçàåÄçàÖ!
ê‡Á¯‡ÚÒfl ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ú¸ ÚÓθÍÓ ÓË„Ë̇θÌ˚
Á‡Ô˜‡ÒÚË Ë ÊÛ˘Ë ÌÓÊË!
58
Ferm