Walther PILOT Signier Operating Instructions Manual - page 31
5.5
Ombouwen van het spuitpistool
De bij het te verstuiven materiaal passende luchtkop-/ materiaalspuitkop-/ naald-com-
binatie vormt een op elkaar afgestemde eenheid - het spuitkop-inzelstuk. Bervang alti-
jd het volledige inzetstuk, zodat de gewenste spuitprofielwaliteit behouden blijft.
Opgelet
Schakel voordat u met het ombouwen begint, altijd eerst de druk van de besturings- en ver-
stuivingslucht alsook van de materiaalloevoer naar het spuitpistool uit p gevaar voor letsels
Aanwijzing
Om volgende procedures uit te voeren gebruikt u de uitklaptekening en de lijst met
vervangstukken aan het begin van deze gebruiksaanwijzing.
Vervangen van de materiaalspuitkop en -naald
1. Schroef de luchtkopmer (pos. 1) en de luchtkop (pos. 2) eraf.
2. Schroef de spuitkop (pos. 3) en de veerbus (pos. 27) uit het pistoollicham (pos. 14)
(SS 9 en 22).
3. Trek het volledige naaldinzetstuk uit het pistoollichaam.
4. Schroef de trekstang (pos. 34) uit de zuiger (pos. 19).
5. Demonteer de klepveer (pos. 26).
6. Schroef de zuigerschroef (pos. 25) uit de zuiger.
7. Demonteer de zuigerring (pos. 24), de potmanchet (pos. 23) en de naaldveer
(pos. 22).
8. Trek de materiaalnaald (pos. 20) uit de zuiger.
9. Schroef de twee naaldmoeren (pos. 21) van de naald (SS 3).
Het monteren van het nieuwe spuitkop-inzetstuk en van de overige onderdelen gebe-
urt in omgekeerde volgorde.
Aanwijzing
De instelmaat voor de materiaalnaalden - gerekend vanaf de punt van de naald tot
aan de eerste naaldmoer - bedraagt 96 mm.
Aanwijzing
Bestrijk volgende onderdelen bij de montage met een dunne vetfilm: potmanchet
(pos. 23), klepveer (pos. 26).
6 Onderhoud
6.1 Veiligheidsinstructies
• Schakel voordat u met onderhoudswerkzaamheden gegint, allijd eerst de druk van de
besturingsen verstuvingslucht alsook van de materiaalloevoer naar het spuitpistool uit p
gevaar voor letsels.
• Vuur, open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van licht entv-
lambare stoffen (zoals reinigingsmiddelen) is er verhoogd risico op brand en ontploffing.
• Respecteer de veiligheidsinstructies van de fabrikant van het reinigingsmiddel. Vooral
agressieve en bijtende reinigingsmiddelen kunnen schade aan de gezondheid veroorza-
ken.
6.2 Basisreiniging
Om de levensduur en de werking van het spuitpistool lang te vrijwaren, moet het
pistool regelmatig worden gereinigd en gesmeerd.
Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool alleen die reinigingsmiddelen, die
door de fabrikant van de volgende bestandden bevallen:
• gehalogeneerde koolwaterstoffen
(zoals 1,1,1, trichloorethaan, methyleenchlorid enz.);
• zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen;
• gerecycleerde oplosmiddelen (verbunde middelen);
• ontlakkingsmiddelen.
De hiertoeven opgesomde bestanddelen veroorzaken bij gegalvaniseerde onder-
delen chemische reakties en schade als gevolg van corrosie.
Voor schade die het gevolg is van een dergelijke behandeling geeft WALTHER
PILOT geen garantie.
Reinig het spuitpistool
• voor elke verandering van verf of materiaal;
• wekelijks minstens eenmaal;
• wekelijks verschillende malen in functie van het materiaal en de grad van voeron-
treiniging.
Opgelet
Leg het spuitpistool niet in een oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. Een
onberispelijke werking van het pistool kan anders niet worden egarandeerd.
Opgelet
Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool geen harde of puntige voorwerpen.
Dit zou delicate onderdelen kunnen beschadigen en het spuitresultaat verslechte-
ren.
1. Haat het spuitpistool uit elkaar, zie 5.5 De materiaalspuitkop en -naald vervan-
gen.
2. Reinig de luchtkap en de materiaalnozzle met een kwast en het reinigingsmiddel
3. Reinig alle andere onderdelen en het pistoolhuis met een doek en het reini-
gingsmiddel
4. Bestrijk volgende onderdelen bij de montage met een dunne vetfilm:
• Potmanchet (pos. 23)
• Klepveer (pos. 26)
Gebruik hiervoor een zuurrij, harsend vet en een kwast.
Vervolgens steekt u het spuitpistool in omgekeerde volgorde opnieuw in elkaar.
8
9