Raleigh Pedelec Groove 2.0 User Manual - 20 Fietsketting
40
I Algemene gebruikershandleiding
20 Fietsketting
Er bestaan twee basistypen fietskettingen:
•
de brede fietsketting (½ × 1 / 8") voor naafversnel-
lingen en
•
de smalle fietsketting voor kettingversnellingen.
Deze zijn verkrijgbaar in verschillende breedten,
afhankelijk hoeveel tandwielen de gemonteerde
cassette heeft. Gebruik alleen kettingen voor uw
fiets die zijn bedoeld voor het aantal tandwielen
dat op uw fiets zit.
›
Reinig en smeer uw fietsketting regelmatig.
›
Om te voorkomen dat uw fietsketting snel slijt,
kunt u het beste versnellingen gebruiken waarbij
de ketting niet te scheef loopt.
Om eventuele slijtage aan de fietsketting te controleren,
gaat u als volgt te werk:
›
Houdt het deel van de fietsketting dat op het voor-
ste kettingring ligt tussen duim en wijsvinger vast.
›
Trek de fietsketting van het kettingring af. Wanneer
de fietsketting gemakkelijk kan worden opgelicht,
is deze versleten en moet door een nieuwe worden
vervangen.
›
Bij naafversnellingen moet de kettingspanning
zodanig ingesteld zijn, dat het doorhangende deel
van de ketting tussen kettingring en cassette een
verticale speling van een tot twee centimeter heeft.
Wanneer u de fietsketting wilt naspannen, gaat u als volgt
te werk:
›
Draai de achterwielmoeren los.
›
Trek het wiel naar achteren toe in de uitvaleinden,
totdat de ketting alleen nog de toegestane speling
heeft.
›
Trek de losse schroefverbindingen zorgvuldig in de
richting van de wijzers van de klok aan.
Trek alle schroeven met het voorgeschreven aanhaal-
koppel aan. Anders kunnen de schroeven losscheuren
en kunnen onderdelen losraken (zie
20.1 Fietskettingen onderhouden
Fietskettingen behoren tot de slijtageonderdelen. Fiets-
kettingen bij naafversnellingen zijn na ca. 3000 km ver-
sleten, bij kettingversnellingen na ongeveer 2000 km.
Een versleten ketting kan scheuren en tot valpartijen
leiden. Laat een versleten fietsketting eerst door een
fietsenmaker vervangen voordat u uw fiets weer ge-
bruikt.