E Sky Honey Bee CP2 Operating Instructions Manual - page 33
09/08
Fonctions de pilotage
Avant de mettre votre modèle en service, vous devriez vous
familiariseraveclespossibilitésdepilotageafindepouvoircon-
trôlerlemodèledemanièrefiable.
L’hélicoptèreestcommandéaumoyendesdeuxleviersdecom-
mandesurl’émetteurdetélécommande.
Les fonctions suivantes sont à votre disposition:
Fonction Gaz/Pas (Gaz/Pitch)
Al’aidedelafonctiondePas;l’onrèglelahauteurdevold’un
hélicoptère.Lacommandealieuaumoyendulevierdecom-
mandedegauche.Aceteffet,vouspouvezbougerleleviervers
l’avant et l’arrière sans qu’il ne revienne à chaque fois tel un
ressortenpositioncentrale,ainsiqu’ilestlecasaveclesautres
fonctionsdecommande.
Enmodenormald’utilisation,leréglageenhauteursefaitpar
une modification de la position de l’angle des pales du rotor
(Pas)etparunemodificationdelavitessederotationdurotor
principal(Gaz),deralentiàpleingaz.
En mode 3D (voltige), la vitesse de rotation varie entre plein
gazsurlesdeuxextrémitésdecoursedulevierdecommande,
àmi-gaz(volstationnaire)aveclapositionmédianedulevier,
sanspasserparlemoderalenti.
Fonction Arrière
La fonction Arrière entraîne une rotation de l’hélicoptère sur
l’axe de lacet par le changement de vitesse du rotor arrière.
La commande se fait également avec le levier gauche (levier
Gaz/Pas).
Lecouplederotationdurotorprincipalentraînelefuselageà
effectuerunerotationensensinversedel’axedegiration.Le
rotordequeuedontleniveauderotationestverticalparrapport
au niveau de rotation du rotor principal agit en sens contraire
par rapport à la rotation du fuselage. Selon que l’on actionne
lelevierGaz/Pasversladroiteouverslagauche,lavitessedu
rotor arrière change. Cette opération permet de générer une
«pousséeascensionnelle»plusoumoinslatérale.Silecouple
derotationdurotorprincipalestsurcompensé,l’arrièretourne
alorsdanslesensderotationdurotorprincipal.Silapoussée
ascensionnelledurotordequeueestmoinsfortequelecouple
derotationdurotorprincipal,l’arrièretourneraensenscontraire
par rapport au rotor principal. Si la trajectoire de vol est rec-
tiligne, le rotor de queue compense exactement le couple de
rotationdurotorprincipal.
Fonction Roulis
Al’aidedelafonctionRoulis,ilestpossibledefairetournervotre
hélicoptèreautourdesonaxelongitudinal.Unelégèreinclinai-
sonlatéraledel’hélicoptèreenclenchelevollatéral.L’angledu
plateaucycliquepeutêtrerégléparrapportàl’axederotationdu
rotorprincipal,permettantainsidegénérerunchangementcycli-
quedel’angled’incidencedespalesdurotor.Cechangement
cycliqueestplusimportantqueleréglagePas.Enfonctiondela
localisationdelarotationduplusgrandangled’incidence(pous-
sée ascensionnelle la plus élevée), l’hélicoptère pourra voler
en avant, en arrière ou se déplacer latéralement.
Le pilotage
se fait avec le levier de droite.Silelevierestdéplacéversla
droite,lapousséeascensionnelleseraplusélevéesurlecôté
gauchedelarotationdurotor.L’hélicoptères’inclinealorsvers
ladroiteetcommenceàeffectuerunecourbeversladroite.
Stuurfuncties
Voordatuuwmodelhelikopteringebruikneemt,moetueerstde
beschikbarestuurmogelijkhedenlerenkennenomhetmodelop
veiligewijzetekunnenbesturen.
De modelhelikopter wordt met behulp van de twee stuurknup-
pelsvandeafstandsbedieningbestuurd.
Volgende functies staan ter beschikking:
Gas/Pitch-functies
Met behulp van de pitch functie wordt de vlieghoogte van de
helikopter beïnvloed. De bediening gebeurt met de linker stu-
urknuppel.Dezekannaarvorenenachterenverplaatstworden
zonder dat hij (zoals bij de andere stuurfuncties) steeds weer
naardemiddenpositieterugveert.
In de normale helikoptermodus gebeurt de hoogteregeling via
een verandering van de invalshoek van de rotorbladen (pitch)
enviaeenveranderingvanhettoerentalvandehoofdrotor(gas)
vanonbelasteloopnaarvolgas.
In de 3D-modus (kunstvlucht) varieert het toerental tussen
volgasaanbeideeinduitslaginrichtingenvandestuurknuppelen
halfgas (zweefvlucht) in de middelste positie zonder over een
onbelastelooppositietegaan.
Staart-functie
De staartfunctie zorgt via een verandering van het toerental
vandestaartrotorvooreendraaiingvandehelikopterrondde
hoogas.
De sturing gebeurt eveneens met de linker stuurknuppel
(Gas/Pitch-knuppel).
Door het draaimoment van de hoofdrotor voert de romp een
tegengesteldedraaibewegingrondderotorasuit.Destaartrotor,
wiensrotatievlakverticaaltothetrotatievlakvandehoofdrotor
staat,werktdezedraaiingvanderomptegen.
Wordtdegas/pitch-knuppelnaarrechtsofnaarlinksbewogen,
dan verandert het toerental van de staartrotor. Op deze wijze
wordt een meer of minder zijdelings gericht „opwaartse druk“
gegenereerd.
Wordt het draaimoment van de hoofdrotor teveel gecompen-
seerddatdraaitdestaartzichindedraairichtingvandehoof-
drotor.
Isdeopwaartsedrukvandestaartrotorzwakkerdanhetdraai-
momentvandehoofdrotordandraaitdestaartintegengestelde
richtingtotdehoofdrotor.Inderechtlijnigevluchtcompenseert
deachtersetrotorexacthetdraaimomentvandehoofdrotor
Roll-functie
DeRoll-functiezorgtervoordatdehelikopterronddelangsas
kipt.Eenzijdelingskippenvandehelikopterstartdezijdelingse
vlucht. De instelbare hoek van de tuimelschijf tot de rotatieas
vandehoofdrotorzorgtvooreencyclischeveranderingvande
instelhoekvanderotorbladen,diesuperieurisaandePitch-
instelling.Afhankelijkvanhetfeitopwelkeplaatsvandeomloop
de grootste invalshoek (hoogste opwaartse druk) bereikt is,
vliegtdehelikoptervoorwaarts,achterwaartsofnaareenkant.
Desturinggebeurtmetderechterstuurknuppel.Wordtdestuur-
knuppelnaarrechtsbewogen,danisdeopwaartsedrukaande
linkerkantvanderotoromloophetgrootste.Dehelikopterkipt
naarrechtsenstarteenrechtscurve.