2LS Tools Vega Original Instructions Manual - page 78
78 | Nederlands
2 609 140 906 • 16.2.12
Behalve de instelling „permanente laserstraal” blijven
na het uitschakelen alle basisinstellingen bewaard.
Permanente laserstraal
f Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet
vanaf een grote afstand.
De laserstraal blijft in deze instelling ook tussen de
metingen ingeschakeld. Voor de meting hoeft u de
toets Meten 2 slechts éénmaal kort in te drukken.
Meetfuncties
Eenvoudige lengtemeting
Druk voor lengtemetingen zo vaak op de toets 12 tot-
dat in het display de indicatie voor lengtemeting ver-
schijnt.
Druk voor het inschakelen van de la-
ser en voor het meten telkens een-
maal kort op de toets meten 2.
De meetwaarde wordt in de resul-
taatregel c weergegeven.
Bij meer lengtemetingen achter el-
kaar worden de resultaten van de laatste metingen in
de meetwaarderegels a weergegeven.
Oppervlaktemeting
Druk voor oppervlaktemetingen zo vaak op de toets
12 tot in het display de indicatie voor oppervlakteme-
ting
verschijnt.
Meet vervolgens lengte en breedte na elkaar, net als
bij een lengtemeting. Tussen de beide metingen blijft
de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de tweede meting
wordt de oppervlakte automatisch
berekend en in de resultaatregel c
weergegeven. De afzonderlijke
meetwaarden staan in de meetwaar-
deregels a.
Inhoudsmeting
Druk voor inhoudsmetingen zo vaak op de toets 12 tot
in het display de indicatie voor inhoudsmeting
ver-
schijnt.
Meet vervolgens lengte, breedte en hoogte na elkaar,
net als bij een lengtemeting. Tussen de drie metingen
blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de derde meting
wordt de inhoud automatisch bere-
kend en in de resultaatregel c weer-
gegeven. De afzonderlijke meetwaar-
den staan in de meetwaarderegels a.
Waarden boven 999999 m
3
kunnen
niet worden weergegeven. In het dis-
play verschijnt „ERROR”. Verdeel de te meten in-
houd in verschillende metingen, waarvan u de waar-
den apart berekent en vervolgens optelt.
Duurmeting / Minimum- en maximummeting
(zie afbeelding B)
Bij de duurmeting kan het meetgereedschap relatief
ten opzichte van het doel worden verplaatst, waarbij
de meetwaarde ongeveer elke 0,5 seconden wordt
geactualiseerd. U kunt zich zich bijvoorbeeld van een
muur verwijderen tot aan de gewenste afstand. De ac-
tuele afstand is steeds afleesbaar.
Druk voor duurmetingen op de toets functiewisseling
4 tot in het display de indicatie voor duurmeting ver-
schijnt. Druk voor het starten van de duurmeting op de
toets meten 2.
De minimummeting dient voor de bepaling van de
kortste afstand vanuit een vast referentiepunt. Bijvoor-
beeld ter ondersteuning van de bepaling van verticale
en horizontale lijnen.
De maximummeting dient voor de bepaling van de
grootste afstand vanuit een vast referentiepunt. Bij-
voorbeeld ter ondersteuning van de bepaling van dia-
gonale lijnen.
In de resultaatregel c wordt de actu-
ele meetwaarde weergegeven. In de
meetwaarderegels a verschijnen de
maximale („max”) en de minimale
(„min”) meetwaarde. Deze wordt
telkens overschreven wanneer de
actuele lengtemeetwaarde kleiner of
groter dan de minimum- of maximumwaarde tot dus-
ver is.
Door het indrukken van de geheugenwistoets 8 wor-
den de minimum- of maximumwaarden tot dusver ge-
wist.
Door het indrukken van de toets meten 2 beëindigt u
de duurmeting. De laatste meetwaarde wordt in de re-
sultaatregel c weergegeven. Als u opnieuw op de
toets meten 2 drukt, start de duurmeting opnieuw.
De duurmeting wordt na 5 minuten automatisch uitge-
schakeld. De laatste meetwaarde blijft in de resultaat-
regel c weergegeven.
Permanente laserstraal
Aan
Uit
Afstandseenheid (ver-
schilt per land)
m, ft, inch, ...
Hoekeenheid
°, %, mm/m
Basisinstellingen
OBJ_BUCH-1618-001.book Page 78 Thursday, February 16, 2012 2:01 PM